Hoe onzekerheid en een laag zelfbeeld bijna mijn dood werd
12 juni 2019 

Hoe onzekerheid en een laag zelfbeeld bijna mijn dood werd

Een belangrijke periode in mijn leven was de puberteit. Ik was op zoek naar wie ik was en wat ik wilde. Als je me al langer volgt dan weet je dat ik in de puberteit overgewicht had.

Mijn klasgenoten waren heel eerlijk maar vooral ook heel hard. Zij zagen ook dat ik overgewicht had en ze gingen daar wat van zeggen. Ze noemden me ‘Bolle.’

Op de voetbalclub ging dat nog een stapje verder. Er werd naar mij geroepen:

‘’ Bolle! Je moet niet rennen maar rollen!’

De eerste keer kon ik daar misschien nog om lachen. Maar hoe vaker het naar mij geroepen werd hoe meer ik er in ging geloven.

Is het waar? Ben ik misschien niet goed genoeg?

Ik werd onwijs onzeker.

Onbewust ging ik bevestiging zoeken dat ik inderdaad niet goed genoeg was. Toen ik verliefd werd bijvoorbeeld, en zij niet op mij.

‘Zie je wel, ik ben niet leuk genoeg. Ik ben niet knap genoeg. Ik ben niet goed genoeg. En al die anderen wel.’

Ik ging heel erg mijn best doen om mezelf te veranderen. Ik wilde niet zo zijn, ik wilde me niet zo voelen. Het begon allemaal met het veranderen van mijn fysiek. Ik ging trainen, ik ging naar de sportschool en ik leerde over gezonde voeding.

Uiteindelijk creëerde ik zelfs een sixpack. En dat zagen de meisjes ook.

Ik was inmiddels een jaar of 16 en ik werd onwijs verliefd en zij ook op mij. Ik kon het bijna niet geloven maar we kregen een relatie. Maar diep van binnen geloofde ik nog steeds dat ik niet goed genoeg was en ik ging dat waar maken. Ik ging vreemd. Niet maar één keer, maar veel vaker.


Waarom wil ik het een maar doe ik het ander?

Dat gebeurde ook met mijn fysiek. Ik wilde gezond leven. Ik wilde goed voor mezelf zorgen. Maar toch veel te vaak zat ik aan junk food, pizza, Macdonald of chips.

En weer vroeg ik mezelf af: Waarom wil ik het een maar doe ik het ander?

Ook in vriendengroepen wilde ik dingen zeggen of doen maar deed ik het niet. En op mijn werk in vergaderingen had ik toffe ideeën maar ik zei niks.

Weer wilde ik  het een maar deed het ander.

Ik ging nog harder mijn best doen om mezelf te veranderen maar eigenlijk was het nooit goed genoeg. Ik was altijd bezig met persoonlijke ontwikkeling. Er waren ook zeker pieken maar ook heel veel dalen, ongelukkige momenten, pijn en verdriet.

We spoelen een stukje vooruit.

  1. Ik werkte op dat moment samen met een goede vriend van mij. Samen hadden we het bedrijf ‘Voor altijd slank en fit.’ En ook daar wilde ik vaak het een maar deed ik het ander. Ik kwam niet voor mezelf op.

Ik had last van onhandige stemmetjes:

‘Ik ben niet goed genoeg’

‘Wie zit er nou op mij te wachten?’

‘Durf ik dit wel?’

‘Kan ik dit wel?’

‘Wat als het mis gaat?’

Uiteindelijk gingen we in dat jaar op een niet leuke manier uit elkaar. Een maand voordat we uit elkaar gingen hadden we ons samen ingeschreven voor de dam tot damloop. Er was ruzie. En ik dacht alleen maar ‘Ik zal eens even laten zien wie hier de beste is.’ Ik had een enorme bewijsdrang.

Ik ging trainen. Ik was inmiddels ook personal trainer dus ik wist inmiddels ook van alles over training en voeding. Maar op dat moment had ik niet door dat ik al een hele lange tijd stress ervaarde. Ik had klachten waarvoor ik al naar de huisarts was geweest. Ik had zelfs een verdikking bij mijn borst.

Ik voelde vaak druk op mijn borst maar ja ik was ook druk. Het zou vanzelf wel weer over gaan.

We gaan een stukje verder in de tijd. 21 september 2014. De dag van de dam tot damloop.

Ik was opgejaagd en het enige dat er in mijn hoofd om ging was dat ik snel moest lopen. Ik had uitgerekend welke tijden ik moest lopen voor de 5km en de 10km en dat schreef ik op mijn pols.

Ik was druk en heel gestresst. Ik dacht alleen maar:

‘’ Ik zal ze wel eens even wat laten zien’’

We verzamelden in Zaandam. Dat was het eerste moment dat wij elkaar weer zagen nadat we met ruzie onze samenwerking hadden beëindigd. Voor mij zat daar heel veel spanning op.

We moesten de bus in richting Amsterdam. We waren al een beetje laat toen we aankwamen en we moesten rennen naar het startvak.

3, 2, 1 gaan!

Ik stond voor in het startvak en ik sprintte tussen al die mensen door. Al snel merkte ik dat het veel zwaarder was. Het was een warme zomerdag. Ik rende door de tunnel en ik voelde aan mijn lijf dat het anders voelde dan anders.

5km ik keek op mijn pols, naar de tijden die ik voor mezelf had opgeschreven. ik liep goed op schema.

7 km, het werd steeds zwaarder

10km  de stemmetjes begonnen:

‘’ Mathijs, misschien moet je wat rustiger aan gaan doen.’’

11km: ‘’ Mathijs, misschien moet je niet alleen rustiger aan gaan doen maar misschien moet je echt stoppen. Je benen voelen niet goed, je zweet veel te veel en je hartslag gaat te snel.’’

12 km: ‘’ Mathijs, misschien moet je echt stoppen’’

Maar net op dat moment stond er iemand aan de kant en die schreeuwde: ‘Kom op! Je kan nog!’ En ik was personal trainer en ik zei altijd zolang je nog kunt ademen kun je doorgaan.


Dus in plaats van stoppen of rustiger aan doen ging ik extra gas geven. Ik keek achterom en liep door.

15 km Vanaf dat moment weet ik nog dat er iemand aan de kant stond en die zei achteraf ‘Mathijs je zag er niet zo goed uit’’

Ik was bij de dam

16Km

Ik hoefde eigenlijk nog maar 200 Meter te gaan. Je komt daar aan op de dam en het in een grote gezellige drukte. Muziek overal 1000e mensen. Feeststemming, ze staan elkaar aan te moedigen.

Ik kon de finish al zien maar ik kon geen stap meer zetten. Mijn linkerbeen wilde niet meer voor mijn rechterbeen en andersom. Het was foute boel. Ik riep om hulp maar die kwam niet.

Uiteindelijk heb ik mezelf over de dranghekken gegooid.

Ik lag daar op de grond en het duurde heel lang voordat er versterking kwam. Het was natuurlijk heel druk. Maar het enige wat ik me heel goed kan herinneren was dat er de hele tijd een vrouw bij me was.

Ik was daarmee in gesprek en ze vroeg me van alles. In het begin konden we een gesprek voeren maar dat werd steeds minder tot ik mijn eigen naam niet eens meer kon zeggen. Maar ik dacht zolang ik praat leef ik nog. Dus ik wilde hoe dan ook blijven praten.

Uiteindelijk lukte dat niet meer. Mijn ogen gingen dicht en het enige dat ik op dat moment zag was een heel fel wit licht.

Op dat moment wist ik dat dit het licht is waar je wel eens over leest.

Het was een soort van tunnel met heel helder wit licht en het voelde alsof ik buiten mezelf stond. Ik zag mezelf liggen ik keek mezelf aan. Het ging allemaal heel snel. Ik kon niks meer bewegen. Het enige wat ik zag was licht. Ik voelde me ook heel licht.

Tegelijkertijd zat er ook een beeld in mijn hoofd van mijn moeder, mijn broertjes en mijn zusje. Ik had ze al een tijdje niet gezien en die avond zouden we met zijn allen gaan eten. En ik zag dat beeld voor me.

Ik zag ze allemaal zitten aan die tafel, zonder mij.

Ik dacht dit is nog niet mijn tijd. Ik heb hier echt nog veel te doen. Terwijl ik dat dacht voelde ik me ook weer in mijn lichaam zakken en hoorde ik ineens twee mannenstemmen.

‘’Doe je ogen eens open, doe je ogen eens open, doe je ogen eens open!’’

Heel langzaam deed ik mijn ogen weer open.

Ik merkte dat ik aan een infuus lag. Er waren verschillende mensen bij aanwezig. Er was een ambulance. En ik begon weer te praten. Ik kon weer mijn naam zeggen

‘Mathijs’

Ik keek die arts aan in zijn ogen en dat was het moment waarop hij zei:  ‘en nu gaan we.’

Ik was weer. We gingen de ambulance in met piepende banden naar het zaanse ziekenhuis. We kwamen daar aan. Kleren werden van mijn lijf getrokken. Er stonden 4 zuster klaar.

Hoe heftig de situatie ook was, ergens moest ik daar wel een beetje om lachen. Hier had ik wel eens over gedroomd maar in mijn droom zag het er toch heel anders uit.

Ik werd op een ijsbed gelegd. Er werd weer een infuus aangelegd en ik moest onder een ijsdeken liggen want mijn temperatuur was boven de 42 graden. Het was een kritieke toestand. Ze waren druk met me bezig. Het was super spannend er ging van alles door mij heen.

Maar ik geloofde:

ik ga dit overleven.

Anders was het namelijk allang gebeurd. Dat was wat ik dacht.

Ik ben hier met een reden en ik krijg nog een kans. Heel langzaam zakte mijn temperatuur. Ik begon me ‘beter’ te voelen en ik kwam weer bij kennis.

Toen kwam ook de arts binnen en die zei: Jij hebt echt heel veel geluk gehad jij bent echt door het oog van de naald gekropen en ik wist dat hij gelijk had.

Ik had tranen in mijn ogen. Ik was zo ontzettend dankbaar.

Op dat moment was er een jonge vent, een arts, kern gezond overleden aan een heatstroke. Dat zou voor mij dezelfde doodsoorzaak zijn geweest .

Ik ontdekte de rode draad in mijn leven.

Ik had een beeld van mezelf gecreëerd waar ik nooit aan kon voldoen. Een verlangen wat ik nooit waar kon maken.

Het was nooit goed genoeg.

Daarom ging ik heel vaak over mijn grenzen. Ik at veel te veel junkfood. Ik dronk te veel alcohol. Ik gebruikte vaak drugs en ik was vreemd gegaan. Elke keer had ik er spijt van. En elke keer deed ik het opnieuw.

Het had allemaal te maken met dat ik niet mezelf kon zijn.

En dat is de boodschap die ik jou wil mee geven.

Wees niet bang om dood te gaan. Wees vooral bang om niet echt te leven.

Laat het beeld los van wie je denkt dat je moet zijn en omarm wie je werkelijk bent.

Er zijn al zoveel anderen. Maar er is maar één jij. Jij bent uniek en jij bent perfect. Precies zoals je bent.

De les blijft zich herhalen totdat je hem leert. En ik hoop dat jij niet net als ik bijna dood hoeft te gaan om deze les te leren.

Wees jezelf en maak iets moois van dit leven.

Liefs,

Mathijs

Over de schrijver
Eeuwige student van het leven en mijn missie hier op aarde is om 1 miljoen mensen te helpen naar een leven in ultieme vrijheid!
minnen nancy
Door

minnen nancy

op 12 Jun 2019

Prachtig Mathijs. Ik heb dit verhaal gehoord van je op transformatie weekend, dat kwam daar al zo erg binnen. Maar bij het terug horen, heel ik jou diepte, jou ware jij laat je zien, zo mooi, zo puur !! Je bent mijn mooi voorbeeld !! Top Mathijs :)

Reactie plaatsen